Je kent het vast wel: van die middagen waarop je kind zich van top tot teen onder het zand werkt, takken verzamelt alsof het een schat is, of met rode wangen en vieze knieën thuiskomt. En eerlijk? Dat zijn vaak de momenten waarop ik het meest geniet. Niet alleen omdat Jip zich dan heerlijk uitleeft, maar ook omdat ik wéét hoe belangrijk buitenspelen is voor zijn ontwikkeling.
Buiten is waar het gebeurt
In een tijd waarin schermpjes overal zijn en het soms makkelijker is om binnen te blijven, is het juist zo waardevol om elke dag even naar buiten te gaan. Buiten zijn betekent ontdekken, bewegen, verwonderen. De wind voelen, regen op je gezicht of gewoon op blote voeten door het gras rennen. Het prikkelt de zintuigen en nodigt uit tot spel.
Voor kinderen is buitenspelen pure magie. Ze leren risico’s inschatten, hun lichaam beter kennen, samenwerken met anderen (of juist ruzie maken en het weer goedmaken) en hun fantasie de vrije loop laten. Een boom is ineens een schip. Een stok een zwaard. En modder? Dat is gewoon goud.
De kracht van vallen en opstaan
Wat ik misschien nog wel het mooist vind aan buitenspelen, is dat het kinderen weerbaar maakt. Je kind leert wat wel en niet lukt. Valt een keer van de glijbaan (au!) of struikelt over een boomstronk en staat daarna gewoon weer op. Letterlijk en figuurlijk. Die ervaring, dat vertrouwen in eigen kunnen, neem je je hele leven mee.
En weet je wat? Het hoeft allemaal niet groot. Je hoeft niet elke dag naar een speelbos of strand. Een rondje door de buurt, een plasje stampen, een stoeptekening maken of insecten zoeken in de tuin. Het zijn juist die kleine momenten die optellen.
Laat los (ook als ouder)
Misschien herken je het: de neiging om op je kind te letten als een havik. “Niet te hoog klimmen!” “Pas op, straks val je!” Maar juist door wat ruimte te geven, geef je je kind het vertrouwen om het zélf te proberen. En ja, soms gaat dat gepaard met vieze kleren of een schram. Maar vaak ook met een trotse blik en een grote glimlach.
Ik probeer steeds vaker los te laten. Niet in de zin van ‘zoek het maar uit’, maar in: ‘ik geloof dat jij dit kunt’. En dat werkt. Voor hem én voor mij.
Naar buiten dus!
Dus laten we het vooral blijven doen: die deur openzetten, onze kinderen naar buiten sturen (of gezellig mee), en erop vertrouwen dat ze daar precies krijgen wat ze nodig hebben. Frisse lucht. Vrijheid. En een flinke portie levenslessen tussen de bomen, het gras en de modderplassen.
Buitenspelen is zoveel meer dan gewoon leuk. Het is groeien in de breedste zin van het woord.
